Verzekeringen & Pensioenen
ThuisOnlinePolis
Wilt u weten hoeveel u kunt besparen op uw inboedel-, brand-, aansprakelijkheids- en andere verzekeringen? Vul snel uw gegevens in en u weet direct wat u kunt besparen met de Multi Advice ThuisOnlinePolis.
Wilt u een lekker lage premie per maand betalen in plaats van per kwartaal of jaar? Bij veel maatschappijen betaalt u dan 3, 4 of 6% meer, maar bij ons kost dat niets extra!
En tot slot: hoe meer verzekeringen u afneemt, hoe hoger de pakketkorting wordt. Die kan zelfs oplopen tot 16%.
Bent u vergeten om uw reisverzekering af te sluiten? Met ons onlinepakket kunt u het zelf in een handomdraai via internet regelen, zelfs ’s-avonds laat als dat nodig is.
Met de Multi Advice ThuisOnlinePolis kunt u dus zelf een zeer aantrekkelijk geprijsd pakket samenstellen.
U kunt kiezen uit de volgende verzekeringen:
• Inboedelverzekering
• Woonhuisverzekering
• Aansprakelijkheidsverzekering
• Rechtsbijstandverzekering
• Ongevallenverzekering
• Reisverzekering
Neem contact met ons op om te horen en zien hoeveel u kunt besparen.
Voor alle overige verzekeringen klikt u hier.
(klik op het logo voor meer informatie)
U kunt digitaal uw polissen bijhouden, geen papieren rompslomp meer.
Voortijdig afkopen KEW mogelijk mét benutting uitkeringsvrijstelling
20 februari 2013
Erik van Toledo werkzaam bij de Belastingdienst
H. van Toledo is werkzaam bij de Belastingdienst, onder andere als lid van de Kennisgroep Verzekeringsproducten. In privé beheert Erik de website www.fiscaalleven.eu. Deze bijdrage is op persoonlijke titel geschreven.
Als een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), een spaarrekening eigen woning (SEW) of beleggingsrecht eigen woning (BEW) tot uitkering komt vóórdat de minimumtermijn van 15 of 20 jaar premiebetaling is verstreken, is de afkopende partij in beginsel belasting verschuldigd over het rentebestanddeel in de uitkering. Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel ‘Wet herziening fiscale behandeling eigen woning’ heeft de minister voor Wonen en Rijksdienst toegezegd dat in de beleidssfeer zal worden geregeld dat in een aantal specifieke situaties het vervroegd laten uitkeren van een KEW, SEW of BEW mét toepassing van de uitkeringsvrijstelling in box 1 mogelijk moet zijn. Aan deze toezegging is uitvoering gegeven in het besluit BLBK2012/1977M van 20 december 2012.
Vooraf
De rentecomponent in de uitkering uit een KEW, een SEW en een BEW (hierna gezamenlijk aan te duiden als KEW) is in beginsel progressief belast voor de heffing van inkomstenbelasting (IB). De rentecomponent wordt bepaald door het bedrag van de uitkering te verminderen met het totaal bedrag van de tot het uitkeringsmoment betaalde premies. Bedragen de betaalde premies meer dan het bedrag van de uitkering, dan is er niets belast.
Onder strikte voorwaarden en tot bepaalde maxima is genoemde rentecompoment echter vrijgesteld van heffing van IB. Die vrijstellingsvoorwaarden zijn onder meer opgenomen om te waarborgen dat er de eigenwoningschuld mee wordt afgelost.
De rente begrepen in de uitkering uit een KEW is niet belast voorzover de totale uitkering niet meer bedraagt dan € 157.000 (bedrag 2013) als cumulatief aan de in artikel 10bis.6, lid 1, Wet IB 2001 opgenomen voorwaarden wordt voldaan:
1. de uitkering heeft gediend als aflossing van de eigenwoningschuld (EWS);
2. ter zake van de KEW zijn ten minste 20 jaar, of, indien het product tot uitkering komt door eerder overlijden, tot het overlijden, jaarlijks bedragen voldaan;
3. de hoogste premie/inleg heeft niet meer bedragen dan het tienvoud van de laagste (bandbreedte-eis).
Ingeval ter zake van de KEW ten minste 15 jaar jaarlijks bedragen zijn voldaan bedraagt de uitkeringsvrijstelling € 35.700 indien overigens aan de hiervoor opgesomde andere voorwaarden is voldaan.
Tweede Kamerbehandeling wetsvoorstel
Op het wetsvoorstel ‘Wet herziening fiscale behandeling eigen woning’ werd op 15 november 2012 een amendement ingediend (TK 33.405, nr. 17). Met dat amendement werd voorgesteld de tijdklemmen van 15 en 20 jaar volledig te laten vervallen. Het amendement beoogde daarmee uitkomst te bieden voor alle belastingplichtigen die in een moeilijke financiële situatie zitten en door de tijdklemmen niet bij hun eigen geld kunnen. Het amendement is in de verzekeringsbranche met gemengde gevoelens ontvangen. Niet iedere marktpartij wilde aan het volledig laten vervallen van de tijdklemmen. Het amendement werd dan ook ontraden door de minister voor Wonen en Rijksdienst. In zijn brief van 19 november 2012 kondigde die minister aan van plan te zijn om door middel van begunstigend beleid in een aantal specifieke gevallen een onbelaste vervroegde uitkering van beklemd kapitaal van een KEW mogelijk te maken. Dat laatste is gebeurd met het besluit BLKB2012/1977M van 20 december 2012.
Versoepeling bij benutting KEW-vrijstelling
Zoals hiervoor al is opgemerkt geldt op grond van de Wet IB 2001 dat in de situatie waarin een KEW vervroegd tot uitkering komt, dat wil zeggen tot uitkering komt voordat de geldende minimumtermijnen zijn verstreken, de afkoper IB is verschuldigd over de rentecomponent in de uitkering. Als de in totaal betaalde premie meer bedragen dan het bedrag van de uitkering c.q. afkoopsom, is er geen IB verschuldigd en wordt er geen KEW-vrijstelling benut. Afboeking op vrijstellingsbedragen behoeft dan ook in dat geval niet plaats te vinden.
Verhuizen van eigen woning naar huurwoning
Op grond van de Wet IB 2001 kon reeds vóór 1 januari 2013 gebruik worden gemaakt van de uitkeringsvrijstelling voor een KEW, terwijl niet wordt voldaan aan de voorwaarde van 15, dan wel 20 jaar premiebetaling (zie artikel 3.118, lid 2, onderdeel a, Wet IB 2001). Deze regeling is na 31 december 2012 blijven bestaan en is van toepassing in het geval iemand zijn eigen woning verkoopt en verhuist naar een huurwoning. Aan de bandbreedte-eis moet in die situatie wel worden voldaan. Dit is sinds 1 januari 2013 bepaald in artikel 10bis.6, lid 2, onderdeel a, Wet IB 2001.
Versoepeling voor praktijk
Met het besluit BLKB2012/1977M is voor de praktijk een versoepelende regeling gecreëerd op basis waarvan de voorwaarde van 15 dan wel 20 jaar premiebetaling ook vervalt in een aantal specifieke situaties waarbij men in financiële moeilijkheden verkeert en men geen andere optie voor handen heeft dan afkoop van de KEW. Het is goedgekeurd dat de zogenoemde ‘tijdklemmen’ vervallen in situaties:
1. van echtscheiding of beëindiging van fiscaal partnerschap;
2. waarin de verkoopprijs van de vorige woning onvoldoende is om de desbetreffende EWS volledig af te lossen; of
3. waarin de belastingplichtige gebruik maakt van een vorm van schuldhulpverlening.
Voorwaarden aan goedkeuring
Als een KEW in één van de hiervoor genoemde situaties vervroegd tot uitkering komt en niet tenminste 15 of 20 jaar jaarlijks premies zijn voldaan, kan de hoge KEW-vrijstelling toch van toepassing zijn. Het maakt daarbij niet uit of sprake is van een gehele of gedeeltelijke afkoop. Aan de goedkeuring is wel een voorwaarde verbonden. Er moet namelijk wel worden voldaan aan de bandbreedte-eis en bovendien geldt dat de uitkering moet hebben gediend als aflossing van de eigenwoningschuld.
Bezint eer ge afkoopt
Het besluit biedt een welkome praktische regeling voor mensen die in financieel ‘onweer’ verkeren. Maar daarbij moet wel worden bedacht dat het - los van de fiscale gevolgen ervan - niet voor alle belastingplichtigen gunstig is om een KEW vervroegd te laten uitkeren. De kosten van zo’n spaarproduct worden namelijk meestal in het begin van de looptijd gemaakt, waardoor de premies pas aan het einde van de looptijd ten volle gaan renderen. Daarnaast geldt dat als men gebruik maakt van de geboden goedkeuring, men (een deel van) de uitkeringsvrijstelling benut. Dit betekent dat moet worden geïmputeerd op de diverse geldende vrijstelling(sbedrag)en. Hierop moet men zich vooraf goed beraden. Doet men dit niet, dan kan men voor onaangename verrassingen komen te staan.
Ten slotte geldt dat als een belastingplichtige, met een beroep op de geboden goedkeuring, zijn KEW onbelast tot uitkering wil laten komen, hij aan de verzekeringsmaatschappij aannemelijk moet maken dat hij zich in een van de in het beleidsbesluit genoemde situaties bevindt. Een stukje van bewijsvoering dus.
Besparen op uw overlijdensrisicoverzekering
De afgelopen jaren heeft zich een enorme daling in de tarieven/premies voor overlijdensrisicoverzekeringen afgespeeld.Overlijdensrisicoverzekeringen komt u in diverse vormen tegen, bijvoorbeeld:
• Hypothecair
• Compagnondekking
• Keymanverzekering
• Partnerpensioen (bijvoorbeeld de DGA die pensioen in eigen beheer voert en het partnerpensioen extern verzekerd heeft)
Ondanks het gegeven dat verzekerden op een dergelijke polis inmiddels ouder zijn geworden, blijkt dat de premies toch veel lager kunnen uitvallen bij een vergelijking op dit moment. In een aantal gevallen zelfs tot 50%. Een behoorlijke besparing dus.
Wilt u de eigen overlijdensrisicopolis, of een polis van uw relatie(s) laten herberekenen en bij gunstig advies oversluiten, dan vernemen wij dat graag. Pas bij een definitief fiat van een verzekeraar en uw akkoord zal tot oversluiten worden overgegaan.
Woonlastenverzekering
Vroeger stond u er misschien nooit bij stil dat u werkloos zou kunnen worden, maar in de huidige economische situatie hoor en zie je bijna niets anders dan berichten over sterk oplopende werkloosheidscijfers.
Zeer waarschijnlijk nemen bij u de woonlasten ook het grootste deel van uw vaste inkomsten in beslag. Maar uw inkomen kan dalen of wegvallen door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Met een woonlastenverzekering kunt u de betaling van uw woonlasten veilig stellen.
Samen met u bepalen we het bedrag dat u wilt verzekeren. Dit bedrag kan gebaseerd zijn op uw maandelijkse hypotheek- of de huurlasten. Daarnaast kunt u andere vaste lasten zoals gas, water, licht en telefoon meeverzekeren. De woonlastenverzekering is geschikt voor werknemers met een vast én tijdelijk contract in de leeftijd van 18 tot en met 59 jaar.
Een belangrijk aspect is dat u zich verzekert voor beroepsarbeidsongeschiktheid. Als u door ziekte of ongeval uw eigen beroep niet meer kunt uitoefenen, heeft u recht op een uitkering. Bij de meeste verzekeringen is dat niet zo: deze gaan uit van passende arbeid. Dan wordt er gekeken of u redelijkerwijs nog andere werkzaamheden kunt doen.
Wilt u weten of uw woonlasten goed verzekerd zijn? Bel ons of stel uw vraag via de contactpagina.
Wat als u arbeidsongeschikt raakt of ontslagen wordt?
Voorkom gedwongen verkoop van uw huis,
sluit tijdig een woonlastenverzekering.
Heeft u er wel eens bij stil gestaan of u uw hypotheek of huur kunt blijven betalen als u arbeidsongeschikt of werkloos wordt? Zelfs in het 'beste' geval gaat uw inkomen er 30% op achteruit! Vergeet bovendien niet dat u ook nog eens te maken kunt krijgen met extra kosten voor bijvoorbeeld medicijnen, gezinszorg, kinderopvang enzovoort, enzovoort. U kunt zich met een Woonlastenverzekering verzekeren van doorbetaling van uw woonlasten bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
!
Multi Advice heeft goede arrangementen bij diverse maatschappijen voor een passende woonlastenverzekering. We nemen de mogelijkheden graag met u door.
Bel ons of stel uw vraag via de contactpagina.
Oude polissen levensverzekeraars en begrafenisfondsen
U kunt uw oude verzekeraar niet meer vinden, wat nu?
Via de site van de Nederlandsche Bank kunt u een overzicht vinden van oude levensverzekeraars en begrafenisfondsen met daarbij de nieuwe naam. Handig als u een polis heeft liggen van jaren geleden, maar de verzekeraar is bijvoorbeeld overgenomen door een ander. Vul bij het venster Zoeken de tekst "oude polissen" in en u krijgt verwijzingen naar de meest recente lijst.
!
Wij hebben een overzicht van juni 2009 online, klik hier om te kijken of uw oude verzekeraar er bij staat.
Uw lijfrenteverzekering en de belasting
Sinds 2009 is er een wijziging in de wet aangaande lijfrentekapitaal waarvoor geen of geen volledige premieaftrek heeft plaatsgevonden van kracht. Dit na een eerdere wijziging in 2001 waarvan achteraf gezien blijkt dat dit teveel moeilijkheden geeft voor verzekeraars, de fiscus en de klant zelf.
Met ingang van 1 januari 2001 kwam namelijk voor lijfrentes de vermogensrendementsheffing in box 3 in de plaats van de saldomethode daar waar de premies niet (of gedeeltelijk) zijn afgetrokken. Echter, voor op 13 september 1999 bestaande contracten hoefde geen boxsplitsing plaats te vinden indien de niet-aftrekbare premie met ingang van 14 september 1999 minder bedroeg dan € 2.269 (f 5.000) per jaar. Onder dat bedrag viel de lijfrente geheel in box 1 en was de saldomethode van toepassing.
Voor 2001: de saldomethode
Tot 1 januari 2001 werd de saldomethode gebruikt bij lijfrente-uitkeringen waarvoor geen of geen volledige premieaftrek had plaatsgevonden. Bij de saldomethode zijn de eerste uitkeringen uit de lijfrente onbelast totdat het bedrag van de niet in aftrek genomen premies is goedgemaakt. Zodra de niet in aftrek genomen premies zijn goedgemaakt, zijn de resterende uitkeringen volledig belast.
Vanaf 2001: splitsing tussen box 1 en box 3
Met ingang van 1 januari 2001 is de vermogensrendementsheffing in box 3 in de plaats gekomen van de saldomethode. Als gevolg daarvan kan een lijfrente gedeeltelijk in box 1 zitten voor zover er premieaftrek heeft plaatsgevonden en gedeeltelijk in box 3 voor zover geen premieaftrek heeft plaatsgevonden. Deze fiscale splitsing levert de verzekeringsmaatschappijen, de Belastingdienst en ook de belastingplichtigen nogal wat problemen op.
Vanaf 2009: meer lijfrenten volledig in box 1
Om deze problemen op te lossen zullen alle lijfrenten die zo zijn vormgegeven dat ze in aanmerking kunnen komen voor premieaftrek, met ingang van 1 januari 2009 alleen nog maar in box 1 vallen, ook als er geen of een onvolledige premieaftrek heeft plaatsgevonden. Als tegemoetkoming voor de dubbele heffing die daardoor mogelijk ontstaat, wordt de saldomethode opnieuw ingevoerd.
Mogelijke problemen
De saldomethode is helaas niet geheel zoals deze vroeger was. Het onbelaste deel bestaat namelijk uit alle niet-afgetrokken premies tot en met 31 december 2008 plus de niet-afgetrokken premies betaald met ingang van 2009, voor zover deze laatste premies lager zijn dan € 2.269 per jaar. De vermogensrendementsheffing betaald in de jaren 2001 tot en met 2008 wordt niet teruggegeven. Voor lijfrentes die kwalificeren voor premieaftrek, maar waarop toch € 2.269 of meer per jaar aan niet-aftrekbare premie wordt betaald, kan dus dubbele heffing in de toekomst ontstaan!
(Bron: lijfrenteconsultancy)